Symposium verslag: Jonge kinderen & (niet-)eten
Tijdens dit SCEM symposium Jonge kinderen en (niet)eten mede georganiseerd door de Vereniging Nee-eten! en de afdeling Kindergeneeskunde van het Emma Kinderziekenhuis AMC van 21 april te Utrecht werd belicht dat vroegtijdig herkennen en behandelen van ernstige eetproblemen bij jonge kinderen belangrijk is om ernstige eetstoornissen zoals voedselweigering te voorkomen. Vanuit diverse invalshoeken lieten sprekers hun licht schijnen op het niet-eten bij kinderen.
Kinderdiëtist Nienke Wierdsma besprak of de nieuwe Schijf van Vijf wel vol genoeg is voor de kleine eter. Er liggen kansen voor bewust gebruik van suikers en vetten (let op keuze soort vet ). Noten moeten vertaald worden in ongezouten pindakaas of notenpasta's. Aan veel soorten broodbeleg kleven nadelen (te vet, te zoet, te zout). Door te variëren met beleg op een boterham verlaag je deze nadelen en komt het de smaakontwikkeling ten goede. Durf te kiezen en voorkom strijd de eerste levensjaren is het motto. De Schijf moet gezien worden als een kompas.
Eetcultuur Mary Nicolaou, onderzoeker afdeling sociale geneeskunde AMC, gaf aan dat mensen hun identiteit aan hun eetcultuur ontlenen. In voorlichting moet daar rekening mee worden gehouden. Er is weinig onderzoek gedaan naar moeilijke eters onder niet-westerse etnische groepen. Bij deze groepen is het belangrijk om gebruik te maken van sleutelfiguren of bestaande netwerken. Benoemd werd dat er gewerkt wordt aan een Schijf van Vijf voor Turkse en Marokkaanse mensen.
Gedragsverandering in gezinnen Hoe werk je aan gedragverandering in gezinnen? Jan Willem Roseboom, creatief therapeut/adviseur maakte het publiek op interactieve wijze bewust hoe je ouders kan helpen bij veranderen van het eetpatroon. Hij besprak de diverse opvoedstijlen; nudging (kleine duwtjes in de goede richting, bijvoorbeeld fruitschaal op centrale plek) en het oplossingsgericht coachen (hoe zet je ouders op 'aan').
Nee-eter Birgit van Ee nam ons mee in de indrukwekkende wereld van haar als ouder van een nee-eter en welke impact dit heeft op de eerste levensjaren van ouder en kind. De enorme fixatie van (para)medici op groei en gewicht stond haar tegen. Alles leek alleen maar om eten te draaien. Onderlinge afstemming van hulpverleners moet beter. Birgit heeft het meest steun gehad van ouders die zij via "Nee-eten!" heeft ontmoet.
Eetteam Eetteam het Westfriesgasthuis besprak aan de hand van een casus hoe een eetteam kan helpen bij eetproblemen. Betrokken zijn een prelogopedist, orthopedagoog, pedagogisch medewerker, kinderarts en een (kinder)diëtist op afstand. Belangrijk is om ouders serieus te nemen in hun zorg en emoties en hen te helpen de taak van het eten te combineren met het creëren van sfeer en positieve interactie. Het bespreken van gefilmde eetmomenten is belangrijk omdat de lichaamstaal van zowel ouders als kind leerpunten geven. Gezien de enorme impact van eetproblemen is multidisciplinaire samenwerking noodzakelijk. Maar indien te complex is verwijzen naar een gespecialiseerd centrum wenselijk.
Interventies Eric Dumont, hoofd behandeling Seyscentra, gaf uitleg over ABA (Applied Behavior Analysis) bij eetproblemen. Hierbij worden interventies gedaan op basis van analyses. Zo is braken vaak de laatste stap in het verzet tegen eten; erna wordt geen eten meer aangeboden zo ontstaat er pas echt rust bij het kind. Deze voorspelbaarheid voor het kind, kan maken dat het gedrag van braken in stand wordt gehouden. Interventies zijn gericht op het versterken en/of verdoven van bepaald gedrag. Bij Seyscentra wordt per kind gekeken welk beloningssysteem het beste past om te voorkomen dat een beloning ook averechts kan werken.
Sonde-afhankelijkheid Kinderarts Angelica Kindermann (AMC besprak hoe sondevoeding af te bouwen is. Sonde-afhankelijkheid leidt tot actief weigeren van eten/drinken en geeft geen motivatie om te leren eten en drinken. Sonde--ontwenning gebeurt door gedragstherapie of hongerprovocatie. Medicatie wordt nauwelijks gebruikt vanwege onvoldoende bewijs en teveel bijwerkingen. Bij de klinische hongerprovocatie wordt de sondevoeding afgebouwd en vaste voeding aangeboden. Pas rond dag 8 worden ouders bij het eten betrokken. De hongerprocatie is geschikt voor kinderen jonger dan 2 jaar. 80--85% van deze kinderen blijft voldoende eten en groeien.
Eetstoornissen Kinderarts Annemarie van Bellegem (AMC) sloot het symposium af door diverse eetstoornissen te benoemen. Zo blijkt dat 20% van de kinderen met een eetstoornis op jeugdige leeftijd een eetprobleem had; 17% had een moeder met een eetstoornis of had een psychiatrische ouder. Een grote groep komt pas laat in beeld waardoor ziekenhuisopname nodig. Er ligt een belangrijke signalerende taak bij de Jeugdgezondheidszorg en bij huisartsen. Bij eetstoornissen is het belangrijk om het gewicht te normaliseren. Boven een bepaald gewicht nemen anorectische gedachten vaak af. Bij anorexia kan lengtegroei in het gedrang komen. Groeiherstel kan alleen door vroege detectie in combinatie met streven naar een gezond gewicht.
Met dank aan Ingrid Mimpen kinderdietist Voeding & Zo Rotterdam,vicevoorzitter NKD (www.kinderdietisten.nl)
|