Dat concluderen Christina Niermann van het Karlsruher Institut für Technologie en collega’s van onder meer de Universiteit Maastricht uit een studie onder 198 Duitse tieners en hun ouders (PLoS One. 2015;10: e0143599).
De onderzoekers gaven middelbare scholieren vragenlijsten mee voor henzelf en hun ouders. Het gezinsklimaat werd in kaart gebracht met ‘Family health climate’-vragenlijsten, één over de gewoonten en overtuigingen over gezonde voeding en één over beweging. De tieners – gemiddeld 14 jaar – vulden ook vragenlijsten in over hun intrinsieke motivatie en gedrag.
Intrinsieke motivatie
Dat de gebruiken binnen een gezin van invloed zijn op het gedrag van jongeren, is al eerder bewezen. Het Duitse onderzoek legt nu ook de onderliggende factoren bloot die deze invloed bepaalt.
Niermann en collega’s gebruikten alleen de vragenlijsten van 198 gezinnen waarin vader, moeder en kind samen leefden onder één dak. Het gezinsgezondheidsklimaat was een belangrijke voorspeller voor zowel de hoeveelheid beweging als de kwaliteit van de voeding van de adolescent. Met ‘structural equation modeling’ – een statistische techniek om in observationele data toch oorzakelijke verbanden te ontdekken – werd duidelijk dat de invloed van het gezinsklimaat op het gedrag verloopt via de intrinsieke motivatie van de tiener. Dus een gezond gezinsklimaat versterkt de intrinsieke motivatie, en die beïnvloedt vervolgens het gedrag. Vooral bij beweging was de intrinsieke motivatie een belangrijke tussenstap – bij voeding was er ook een significant direct effect van het gezinsklimaat op het gedrag.
Model
Het model verklaarde bijna een kwart van de verschillen in beweging en een derde van de verschillen in voeding tussen de tieners. Er zijn dus nog andere factoren die niet in het model zitten. Opmerkelijk genoeg hingen scores voor gezinsklimaat niet samen met het opleidingsniveau van de ouders, maar wel met dat van de kinderen. Bijna driekwart van de adolescenten volgde onderwijs op VWO-niveau.
Bron: NtvG