Dat blijkt uit onderzoek van sociaal wetenschapper Kirsten Bevelander en anderen van de Radboud Universiteit Nijmegen recent gepubliceerd in PLOS ONE.
In deze studie wilden de onderzoekers weten of het snackgedrag van anderen ook aanstekelijk zou werken via internet. Velen communiceren immers dagelijks met elkaar op de computer, tablet of smart phone via social media. Bevelander onderzocht dit bij 118 jongens en meisjes uit groep 7 en 8 van de basisschool door ze te laten geloven dat zij in videoverbinding stonden met een andere scholier die was gevraagd om niets te snacken of een van tevoren vastgestelde hoeveelheid. Op deze manier kon ze vaststellen hoe het andere kind op het snackgedrag van zijn of haar leeftijdgenoot zou reageren. Daarnaast werd onderzocht of het zelfvertrouwen van jonge tieners een rol speelt in het kopiëren van snackinname.
Tieners met negatief zelfbeeld passen gedrag eerder aan
Tijdens de online interactie waren de jonge tieners geneigd om zich aan de snackhoeveelheid van de ander aan te passen. De tieners met een negatiever zelfbeeld pasten hun eetgedrag meer aan dan degenen met een hoger zelfbeeld. Bevelander: ‘Mensen conformeren zich aan sociale normen om gepast gedrag te vertonen, bijvoorbeeld omdat ze niet buiten de groep willen vallen. Het gevoel ergens bij te (willen) horen wordt mede bepaald door ons zelfvertrouwen. Daarom zouden mensen met een lager zelfbeeld meer beïnvloedbaar kunnen zijn voor wat anderen doen.'
Lichaamsbeeld belangrijker dan algemeen zelfvertrouwen
Opvallend was dat het algemene zelfvertrouwen een minder belangrijke rol leek te spelen in het overnemen van gedrag dan het specifieke lichaamsbeeld van de tieners (de tevredenheid over hun lichaam). Volgens Bevelander heeft dit mogelijk te maken met de leeftijd van de onderzoeksgroep: 'Het is bekend dat tieners zich meer spiegelen aan anderen dan volwassenen en dat ze onzekerder zijn over hun eigen lichaam. Echter, ook volwassenen kunnen een hoger algemeen zelfvertrouwen hebben, maar zich toch onzeker weten op andere gebieden zoals hun zelfvertrouwen over hun leer- of werkprestaties.' De onderzoekers menen dat het daarom interessant is om verschillen tussen bepaalde leeftijdgroepen te onderzoeken of aandacht te schenken aan verschillende soorten zelfvertrouwen.