In het onderzoek is gekeken naar de hersenen van 19 meisjes met anorexia en 22 gezonde tieners met behulp van MRI. De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben.
Een grotere orbitofrontale cortex zorgt er waarschijnlijk voor dat tieners met anorexia sneller stoppen met eten. De insula heeft te maken met smaak, maar ook met hoe iemand zijn lichaam ziet. Mogelijk draagt deze bij aan het gevoel dik te zijn, terwijl er in feite sprake is van ondergewicht. Deze onderzoeksresultaten maken inzichtelijk dat er naast omgevingsfactoren mogelijk ook biologische mechanismen een rol spelen bij de ontwikkeling van een eetstoornis.
Bron: gezondheidsnet