In haar zogenoemde poortjes-experiment liet zij zowel gezonde mensen als anorexiapatiënten herhaaldelijk door een poort lopen. De poort kon breder en smaller gemaakt worden.
Uit dit experiment bleek dat anorexiapatiënten, vergeleken met gezonde mensen, bij een relatief bredere opening van de poort hun schouders al draaiden. Gezonde mensen draaiden hun schouders pas wanneer een poort 25% breder was dan hun eigen schouders. Anorexiapatiënten deden dit al wanneer een poort 40% breder was dan hun eigen schouders. Keizer: “Hieruit blijkt dat zij niet alleen dénken dat ze te dik te zijn: ze gedragen zich ook in hun onbewuste, dagelijkse bewegingen dikker dan ze in feite zijn.
De bevindingen van Keizer kunnen goed gebruikt worden in de therapie voor anorexiapatiënten. “Aangezien zij hun lichaam dus ook op onbewust niveau als dikker ervaren, is bewustwording van hun ware omvang van groot belang. Daar zijn oefeningen voor die we willen gaan inpassen in de behandeling.”
Het artikel van Anouk Keizer is te vinden op de website van PLOS ONE.