Zo zou de ouder onschuldige mondbacteriën overdragen op het kind, die helpen het afweersysteem goed af te stellen.
Een van de conclusies van de Amerikaanse onderzoekers op basis van studieresultaten die ze presenteerden op het jaarcongres van de American College of Allergy, Asthma and Immunology in Seattle.
Hygiënehypothese
De resultaten sluiten aan bij de hygiënehypothese, die stelt dat het aantal allergieën en auto-immuunziekten de afgelopen decennia zou zijn toegenomen doordat we niet meer genoeg met ‘goede’ bacteriën uit onze omgeving in contact komen. Die bacteriën helpen ons afweersysteem een goed onderscheid te maken tussen dat wat schadelijk is, een ziekteverwekker of een gifstof, en onschadelijk, zoals cellen van ons eigen lichaam, een nuttige darmbacterie of kattenspeeksel op onze huid.
De onderzoekers verzamelden gegevens over 74 moeders en hun spenende kinderen. Negen van hen gaven bij zes maanden aan dat ze het speentje met hun mond schoonmaakten, de rest spoelde ze onder de kraan af of kookte ze uit. Kinderen van die eerste groep moeders hadden een jaar later duidelijk minder van de immuunstof IgE in hun bloed, die lichaamsvreemde stoffen herkent en verhoogd is bij allergieën.
Deze studie bevestigt de uitkomst van Zweeds onderzoek wat in 2013 verscheen in Pedriatrics. Die onderzoekers maten niet alleen een verhoging van het totale IgE, wat geen goede maat is voor allergie, maar ook van specifieke vormen van IgE voor bepaalde stoffen die een rol spelen bij astma, zoals pollen. Ook constateerden ze bij de speenzuigkinderen minder astma en eczeem en stelden ze vast dat deze kinderen andere mondbacteriën hadden dan de rest.
Bron: Volkskrant
