Hoe goed je als ouder hier ook op voorbereid bent, thuis is het anders dan in het ziekenhuis. Het flesje wordt bijvoorbeeld niet langer leeg gedronken en de vertrouwde prematuren flesvoeding van het ziekenhuis wordt meestal een andere flesvoeding. Tot wanneer moeten we deze nieuwe voeding gebruiken? Wanneer starten met de eerste lepelvoeding? Voedingsvragen waar ouders in de thuissituatie tegen aanlopen.
Tijdens het SCEM congres ‘Continuïteit van zorg voor prematuren; dat doe je natuurlijk samen!, 26 september j.l., bleek dat deze vragen niet alleen leven bij ouders. Ook bij de professionals bestaat onduidelijkheid. Daarnaast is bekend dat eet- en voedingsproblemen bij prematuren vaker voorkomen.
Regie voedingsadvisering
De regie van de voedingsadvisering bij prematuren ligt bij de kinderarts totdat deze het voedingsbeleid heeft overgedragen aan de jeugdarts. Enkele voedingsaviezen besproken tijdens het congres zijn tegen het licht gehouden ten aanzien van de huidige richtlijnen:
1.Verrijkte ´postdischarge voeding´ (PDV) na ontslag
Een PDV wordt belangrijk geacht voor het bereiken van optimale groei, waarbij een te snelle inhaalgroei wordt afgeraden. Zoals beschreven in de hieronder gerefereerde richtlijnen wordt het gebruik van een PDV geadviseerd tot een gewicht van -1 SD gecorrigeerd voor vroeggeboorte en niet langer dan de gecorrigeerde leeftijd van zes maanden.
2.Introductie lepelvoeding
De dagelijkse praktijk leert dat prematuren vanaf de gecorrigeerde leeftijd van 3 maanden toe zijn aan lepelvoeding. Het maag-darmstelsel is dan voldoende ontwikkeld. Het werkboek Parenterale en enterale voeding bij pasgeborenen adviseert echter te starten met lepelvoeding tussen de (gecorrigeerde) leeftijd van vier tot zes maanden. De JGZ richtlijn Voeding en Eetgedrag adviseert ook niet eerder dan de (gecorrigeerde) leeftijd van vier maanden te starten met bijvoeding. Tijdens het congres adviseerden prelogopedisten uit te gaan van de gecorrigeerde leeftijd en vooral niet te vroeg te starten. Kinderen die te vroeg starten doen er uiteindelijk langer over om te leren eten van een lepel (7 versus 5,5 weken). Lepelvoeding kan beter nog even wachten als het kind bij de eerste hapjes gaat kokhalzen,weigeren of verslikken om het ontstaat van eetproblemen te voorkomen.
Men is het erover eens dat lepelvoeding kan starten als het kind:
- er mondmotorisch aan toe is (kan happen van een lepel),
- afname heeft van de reflexactiviteit (kokhalsreflex) in het mondgebied,
- en een stabiele zithouding heeft.
De continuïteit van de nazorg van prematuren doen we samen. Zowel de kinderarts, jeugdarts, jeugdverpleegkundige als prelogopedist krijgen vragen over de voeding. Ken je samenwerkingspartners en stem het voedingsbeleid af, zodat de ouder eenduidige informatie krijgt. Wanneer de inhaalgroei stagneert door onvoldoende gewichtstoename of afbuigende groei is behandeling van een ervaren kinderdiëtist geïndiceerd. De kinderdiëtist beoordeelt de intake en adviseert over eventuele verrijking van de voeding.
Brenda Glas, kinderdiëtist/concultancy in kindervoeding
Referenties:
Bernhard A.A., Moonen R.M.J. Te vroeg en/of te licht geboren: groei, voeding en suppleties. Workshop SCEM congres 26 september 2014
Costa S. da, Groot S. de. (Pre)logopedische nazorg van prematuren. Workshop SCEM congres 26 september 2014
Lafeber, H.N. et al. Werkboek Enterale en parenterale voeding bij pasgeborenen (2012), VU University Press
Lanting, C.I. et al. JGZ richtlijn Voeding en Eetgedrag (2013), Nederlands Centrum Jeugdgezondheid
Pal, S. van der en Pols, M.A. JGZ richtlijn vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013), Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid